Vertalingen ungehört DE>NL
ungehört | onbehoorlijk ; onbetamelijk ; onfatsoenlijk ; ongehoord ; ongekend ; ongepast ; onovertroffen ; onvergelijkelijk ; onvolprezen ; onwelvoegelijk ; schandalig ; schandelijk ; verfoeilijk ; weergaloos |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `ungehört`

Voorbeeldzinnen laden....
Uitdrukkingen en gezegdes
DE: seine Worte blieben
ungehört
NL: men luisterde niet naar zijn woorden