Vertalingen Ungeduld DE>NL
I die Ungeduld
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [ˈʊngədʊlt] |
| Verbuigingen: | Ungeduld |
Mangel an Geduld -
ongeduld | Sie wartete voller Ungeduld. - Zij wachtte vol ongeduld. |
II ungeduldig
bijv.naamw.
deel van de uitdrukking: ongeduldig | Kommst du? Ich werde langsam ungeduldig! - Kom je? Ik word langzaamaan ongeduldig! |
III ungeduldig
bijwoord
deel van de uitdrukking: ongeduldig | Er klopfte ungeduldig ans Fenster. - Hij klopte ongeduldig op het raam. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
Bron: interglotVoorbeeldzinnen met `Ungeduld`

Voorbeeldzinnen laden....