1. MWB
  2. Vertalen
  3. Unentschieden (DE>NL)
Vertaal
Vertalingen Unentschieden DE>NL

I unentschieden

bijv.naamw.
Uitspraak:  [ˈʊn|ɛntʃiːdən]

1) so, dass beide Gegner die gleichen Punkte haben, es keinen Sieger gibt sport - onbeslist
Das Spiel war zur Halbzeit unentschieden. - De wedstrijd was tot de pauze nog onbeslist.
Der Verein führt nach 10 Siegen und 2 Unentschieden die Tabelle an. - De vereniging is koploper met 10 overwinning en 2 gelijk spelen.

2) noch ohne abschließende Entscheidung - open
Es ist noch unentschieden, wer sein Nachfolger werden soll. - Wie zijn opvolger moet worden staat nog open.


II unentschieden

bijwoord

deel van de uitdrukking: sport onbeslist
Die Partie endete unentschieden. - De wedstrijd eindigde in een gelijkspel.
Die Mannschaften trennten sich unentschieden. - De teams gingen met een gelijkspel uit elkaar.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
das Unentschiedende gelijke stand (m) ; het gelijkspel
unentschieden aarzelend ; besluiteloos ; halfslachtig ; onbeslist ; onstandvastig ; onuitgemaakt ; twijfelmoedig ; wankelmoedig ; weifelachtig ; weifelend ; remise
Bronnen: Wikipedia; interglot


Voorbeeldzinnen met `Unentschieden`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: instabil
DE: klapprig
DE: schwankend
DE: unentschlossen
DE: unfest
DE: unsolide
DE: wackelig