Vertalingen Tanz DE>NL
der Tanz
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [tanʦ] |
Verbuigingen: | Tanzes , Tänze |
1) rhythmische Bewegungen mit dem ganzen Körper zu Musik -
dans Er bat sie um den nächsten Tanz. - Hij vroeg haar ten dans voor de volgende dans. einen Tanzkurs machen - een danscursus volgen |
ein Tanz auf dem Vulkan (=) - dans op de vulkaan
|
einen Tanz aufführen / machen (=sich sehr aufregen und schimpfen) - een scene maken
|
2) Musikstück, zu dem man tanzt -
dans Das Orchester spielte mehrere Tänze. - Het orkest speelde verschillende dansen. |
3) Veranstaltung, bei der getanzt wird -
bal © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Tanz | de dans (m) ; het dansje |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `Tanz`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: BallDE: BallettDE: Cha-cha-chaDE: FlamencoDE: FoxtrottDE: FußballDE: GalaballDE: HandballDE: KorbballDE: SchulballUitdrukkingen en gezegdes
DE: zum
Tanz aufspielen
NL: dansmuziek maken, de dans begeleiden