1. MWB
  2. Vertalen
  3. taub (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • taub > EN • taub > ES • taub > FR
Vertalingen taub DE>NL

taub

bijv.naamw.
Uitspraak:  [taup]

1) nicht hören könnend - doof
auf dem rechten Ohr taub sein - doof zijn aan het rechter oor
Sag mal, bist du taub? Ich habe dich schon dreimal gerufen! - Zeg eens, ben jij doof? Ik heb je al drie keer geroepen!
taubstumm - doofstom

2) ohne Gefühl - gevoelloos
Meine Finger waren taub vor Kälte. - Mijn vingers zijn gevoelloos van de kou.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
taub doof ; bewusteloos ; doof ; dove ; verdoofd ; verkleumd ; verstijfd
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `taub`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: gehörlos
DE: hohl
DE: leer
DE: schwerhörig

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: taube Nüsse NL: lege, loze noten
DE: taubes Geäst NL: dorre takken
DE: auf beiden Ohren taub sein NL: aan beide oren doof zijn