Vertaal
Naar andere talen: • Taufe > ENTaufe > ESTaufe > FR
Vertalingen Taufe DE>NL

I die Taufe

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈtaufə]
Verbuigingen:  Taufe , Taufen

Ritual, durch das jemand Christ wird und bei dem ihm ein Name gegeben wird religie - doop
Morgen feiern wir die Taufe unseres Sohnes. - Morgen vieren wij de doop van onze zoon.
jds Taufpate / Taufpatin - iemands peetoom / peettante


II taufen

werkw.
Uitspraak:  [ˈtaufən]

1) deel van de uitdrukking: religie dopen
Lasst ihr eure Kinder taufen? - Laten jullie jullie kinderen dopen?
Ich taufe dich auf den Namen Lena Maria. - Ik doop je met de namen Lena Maria.

2) jemandem / etw. einen Namen geben - dopen
Er hat seinen neuen Hund „Moppel‟ getauft. - Hij heeft zijn nieuwe hond "Moppel" gedoopt.
Das Schiff wurde auf den Namen „Maria‟ getauft. - Het schip werd met de naam "Maria" gedoopt.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
die Taufede doop (m) ; het doopsel
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `Taufe`
Voorbeeldzinnen laden....


Uitdrukkingen en gezegdes
DE: aus der Taufe heben NL: ten doop houden