Vertalingen Tasten DE>NL
tasten
werkw.
1) mit den Händen suchend berühren -
voelen Er tastete in seiner Tasche nach dem Schlüssel. - Hij voelde in zijn zak naar zijn sleutel. |
2) mit den Händen fühlen, wahrnehmen -
voelen Sie hat einen Knoten in ihrer Brust getastet. - Zij heeft een bobbeltje in haar borst gevoeld. |
3) vorsichtig mit den Händen fühlend sich irgendwohin bewegen -
tasten Er tastete sich vorsichtig durch das dunkle Zimmer. - Hij ging voorzichtig op de tast door de duistere kamer. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
tasten (ww.) | aanvoelen (ww.) ; betasten (ww.) ; bevoelen (ww.) ; iets voelen (ww.) ; op de tast lopen (ww.) ; vingeren (ww.) ; voorvoelen (ww.) |
Tasten (mv.) | toetsen (mv.) |
das Tasten | het aftasten ; het afvoelen ; tasten (ww.) ; het voelen |
Tasten | tactie |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Tasten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abtastenDE: anfassenDE: betastenDE: erfahrenDE: herumtastenDE: merkenDE: tappenDE: tastend suchenDE: umhertastenDE: vernehmen