Vertalingen Tadel DE>NL
I der Tadel
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈtaːdəl] |
Verbuigingen: | Tadels , Tadel |
1) Kritik, die man als Autoritätsperson äußert -
kritiek vom Chef einen Tadel erhalten - door de chef worden berispt Es gab Lob und Tadel für den Finanzminister. - Er was lof en kritiek op de Minister van Financiën. |
2) deel van de uitdrukking: educatie berisping Der Lehrer erteilte ihm einen Tadel. - De leraar berispte hem. |
II tadeln
werkw.
deel van de uitdrukking: kritiseren Meine Mutter hat uns oft wegen Kleinigkeiten getadelt. - Mijn moeder heeft ons vanwege een kleinigheidje vermaand. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Tadel | de schrobbering (v) ; de waarschuwing (v) ; het verwijt ; de vermaning (v) ; de uitbrander (m) ; de terechtwijzingen ; de terechtwijzing (v) ; de standjes ; het standje ; de berisping (v) ; de reprimandes ; de reprimande ; de lering (v) ; gisping (znw.) ; de blaam ; berispingkjes (znw.) ; de berispingen |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `Tadel`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: BeanstandungDE: BelehrungDE: BestrafungDE: eine leichte StrafeDE: ErmahnungDE: KritikDE: MahnungDE: MißbilligungDE: RüffelDE: RügeUitdrukkingen en gezegdes
DE: ohne Furcht und
Tadel
NL: zonder vrees of blaam