1. MWB
  2. Vertalen
  3. Suppe (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • Suppe > EN • Suppe > ES • Suppe > FR
Vertalingen Suppe DE>NL

die Suppe

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈzʊpə]
Verbuigingen:  Suppe , Suppen

1) flüssige Speise culinair - soep
Sie saßen am Tisch und aßen / löffelten Suppe. - Zij zaten aan tafel en aten soep.
Nudelsuppe - soep met vermicelli
Tomatensuppe - tomatensoep
Suppenlöffel - soeplepel
Suppenteller - soepbord
uitdrukking jemandem / sich eine schöne Suppe eingebrockt haben
uitdrukking die Suppe auslöffeln, die man sich eingebrockt hat
uitdrukking jemandem die Suppe versalzen / in die Suppe spucken

2) dichter Nebel - dichte mist

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
die Suppede bocht (m) ; dichte mist (znw.) ; de draai (m) ; de erwtensoep ; de kromming (v) ; de kromte (v) ; snert (znw.) ; de soep (v) ; het soepje
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `Suppe`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Bouillon
DE: Brühe
DE: dichter Nebel
DE: Erbsensuppe
DE: Fleischbrühe
DE: Kraftbrühe
DE: Nebel
DE: Windung
DE: Zeug