Vertaal
Naar andere talen: • Sterben > ENSterben > ESSterben > FR
Vertalingen Sterben DE>NL

sterben

werkw.
Uitspraak:  ʃtɛrbən]

1) aufhören zu leben - sterven
an Krebs sterben - aan kanker overlijden
im Sterben liegen - op sterven liggen
Stell dich nicht so an, davon stirbt man nicht. - Stel je niet zo aan, daar ga je niet aan dood.

2) aufhören zu existieren - sterven
Die Hoffnung stirbt zuletzt. - Uiteindelijk sterft de hoop.
Damit ist das Projekt leider gestorben. - Daarmee is het project jammer genoeg een vroege dood gestorven.
Für mich ist er gestorben. - Voor mij is hij dood.

3) deel van de uitdrukking:
uitdrukking vor etw. sterben

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
sterben (ww.) inslapen (ww.) ; wegvallen (ww.) ; verrekken (ww.) ; verongelukken (ww.) ; verhongeren (ww.) ; vallen (ww.) ; uitsterven (ww.) ; sterven (ww.) ; sneuvelen (ww.) ; ophouden (ww.) ; ontslapen (ww.) ; omkomen (ww.) ; kapotgaan (ww.) ; hongerlijden (ww.) ; hongeren (ww.) ; heengaan (ww.) ; doodgaan (ww.) ; bezwijken (ww.) ; besterven (ww.) ; afsterven (ww.)
das Sterbenhet verscheiden ; de sterfte (v) ; het sterfgeval ; het overlijden ; dood (znw.)
Sterben dood
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Sterben`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: abkratzen
DE: absterben
DE: aussterben
DE: dahingehen
DE: dahinscheiden
DE: den letzten Atem aushauchen
DE: eingehen
DE: einschlafen
DE: einschlummern
DE: entschlafen