Vertalingen Sittlichkeit DE>NL
die Sittlichkeit | de onberispelijkheid (v) ; de zedenleer ; de zedelijkheid (v) ; de welvoeglijkheid (v) ; welgemanierdheid (znw.) ; smetteloosheid (znw.) ; de properheid (v) ; de ordelijkheid (v) ; de opgeruimdheid (v) ; de betamelijkheid (v) ; de netheid (v) ; de moraliteit (v) ; moraal (znw.) ; de keurigheid (v) ; de fatsoenlijkheid (v) ; het fatsoen ; de etiquette ; de ethiek (v) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `Sittlichkeit`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: AnstandDE: AnstandslehreDE: ArtigkeitDE: BräucheDE: EhrlichkeitDE: EleganzDE: EthikDE: KeuschheitDE: MoralDE: Moralität