Vertalingen schlachten DE>NL
I schlachten
werkw.
ein Tier töten und zerlegen, um dessen Fleisch für die Ernährung zu verwenden -
slachten Schlachthof - slachthuis
Schlachttag - slacht dag |
IIa der Schlachter
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [ˈʃlaxtɐ] |
| Verbuigingen: | Schlachters , Schlachter |
IIb die Schlachterin
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [ˈʃlaxtərɪn] |
| Verbuigingen: | Schlachterin , Schlachterinnen |
deel van de uitdrukking: slager © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| schlachten (ww.) | slachten (ww.) |
| das Schlachten | het afmaken ; het afwerken ; slachten van vee (znw.) ; de slachting (v) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `schlachten`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: AbsolvierenDE: SchlachtungDE: vollendenUitdrukkingen en gezegdes
DE: ein Schwein
schlachten
NL: een varken slachtenDE: nach einem
schlachten
NL: gelijken op, aarden naar
