1. MWB
  2. Vertalen
  3. Schiene (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • Schiene > EN • Schiene > ES • Schiene > FR
Vertalingen Schiene DE>NL

die Schiene

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈʃiːnə]
Verbuigingen:  Schiene , Schienen

1) einer von zwei schmalen Streifen Stahl nebeneinander, auf denen Züge fahren rail - rails
Der Zug ist aus den Schienen gesprungen. - De trein is uit de rails gelopen.
Schienennetz - spoorwegnet

2) eine Stütze für gebrochene Knochen medisch - spalk

3) eine Leiste an der Decke, in der sich die Rollen eines Vorhangs hin- und herbewegen - rail

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
die Schiene elektriciteitsgeleider (znw.) ; de geleider (m) ; de rail ; de scheen ; de spalk
Schiene draaggordel ; leider ; rail ; spalk ; spalken ; spalkverband ; spoorstaaf
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Schiene`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Bahngleis
DE: Begleiter
DE: Bruchschiene
DE: Eisenbahngleis
DE: Eisenbahnschiene
DE: Gleis
DE: Leiter
DE: Schienenweg