Vertalingen stempeln DE>NL
stempeln
werkw.
1) einen Stempel auf etw. drücken -
stempelen gestempelte Briefmarken - gestempelde postzegels ein Datum auf eine Verpackung stempeln - een datum op een verpakking stempelen |
2) am Automaten entwerten -
stempelen 3) deel van de uitdrukking: jemanden als etw. stempeln (=mit einer negativen Bezeichnung kennzeichnen) - iemand als iets bestempelen
jemanden als Lügner stempeln - iemand bestempelen als leugenaar
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
stempeln (ww.) | keurmerken (ww.) ; stempel drukken op (ww.) ; stempel opdrukken (ww.) ; stempel zetten (ww.) ; werkeloos zijn (ww.) |
das Stempeln | het afstempelen ; inktstempel (znw.) ; de stempel (m) ; het stempelen ; de stempeling (v) ; de zegel (m) |
stempeln | stempelen ; stempeling |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `stempeln`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abstempelnDE: AmtssiegelDE: arbeitslos seinDE: einen Stempel anbringen aufDE: einen Stempel setzen aufDE: GarantiescheinDE: kennzeichnenDE: KlebemarkeDE: LacksiegelDE: Marke