Spannung - Vertaling Duits-Nederlands

Vertalingen Spannung DE>NL

die Spannung

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[ˈʃpanʊŋ]
Verbuigingen:	Spannung , Spannungen

1) Zustand ungeduldiger Neugier - spanning

etw. voll Spannung erwarten - iets in spanning afwachten
Die Spannung erreichte ihren Höhepunkt. - De spanning bereikte haar hoogtepunt.

2) Eigenschaft, Spannung zu erzeugen - spanning

eine Erzählung ohne jede Spannung - een verhaal zonder enige spanning

3) feindseliges Verhältnis - spanning

politische Spannungen - politieke spanningen
Spannungen in einer Beziehung - spanningen in een verhouding

4) Intensität des elektrischen Stroms ^natuurkunde - spanning

eine Spannung von 220 V - een spanning van 220 V
Die Leitung steht unter Spannung. - De leiding staat onder spanning.

5) das Straffsein - spanning

Die Spannung der Saiten hatte nachgelassen. - De spanning van de snaren is afgenomen.

Overige bronnen

die Spannung	gespannen toestand (znw.) ; zenuwen ; het volume ; de uitgave (m) ; de strakheid (v) ; de spanning (v) ; de oplage ; ingespannenheid (znw.) ; de gespannenheid (v) ; het geluidsniveau ; druk (znw.) ; de concentratie (v)
Spannung	spanning ; zaagbladspanning ; voltage ; torsie ; tensio ; spanwijdte

Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm; Bouwtermen

Voorbeeldzinnen met `Spannung`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

DE: Anspannung
DE: Aufgeregtheit
DE: Auflage
DE: Auflegung
DE: Aufregung
DE: Ausgabe
DE: Band
DE: Bande
DE: Binde
DE: Bindung