Schleier - Vertaling Duits-Nederlands

Vertalingen Schleier DE>NL

der Schleier

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[ˈʃla iɐ]
Verbuigingen:	Schleiers , Schleier

1) durchsichtiger Stoff, mit dem Bräute usw. ihr Gesicht verdecken - sluier

den Schleier lüften

2) Stoff, mit dem moslemische Frauen ihr Gesicht oder ihren Kopf verdecken - sluier

3) dünne Schicht, die etw. verdeckt - sluier

Ein Dunstschleier verhüllte den Gipfel. - De top is gehuld in een sluier van mist.

Overige bronnen

die Schleier	nikab
der Schleier	heiigheid (znw.) ; de mist (m) ; de nevel (m) ; de sluier (m) ; de sluiers ; de voile (m) ; de voiles ; het waas
Schleier	hangend warmtescherm ; kaam ; sluier ; troebeling ; voile ; waas ; waasvorming

Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.

Voorbeeldzinnen met `Schleier`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

DE: Anflug
DE: Dampf
DE: Duft
DE: Dunst
DE: Hauch
DE: Nebel
DE: Nebelichkeit
DE: Voile