Vertaal
Naar andere talen: • Rechnen > ENRechnen > ESRechnen > FR
Vertalingen Rechnen DE>NL

I rechnen

werkw.
Uitspraak:  [ˈrɛçnən]

1) mathematische Aufgaben lösen - rekenen
Sie lernen jetzt, mit Prozenten zu rechnen. - Zij leren net rekenen met procenten.
Kannst du das im Kopf rechnen? - Kun je dat uit je hoofd rekenen?

2) das Ergebnis einer mathematischen Aufgabe finden - rekenen
falsch / richtig rechnen - fout / goed rekenen
Was hast du denn da gerechnet, das stimmt ja gar nicht! - Wat heb je daar dan berekend, dat klopt helemaal niet!

3) deel van de uitdrukking: rekenen
Von heute an gerechnet sind es noch 45 Tage bis zum Urlaub. - Vanaf vandaag gerekend moeten we nog 45 dagen tot aan de vakantie.
Wir sind 25 Personen, Kinder nicht gerechnet. - Wij zijn met 25 personen, kinderen niet meegerekend.
Ich rechne ihn zu den größten Malern aller Zeiten. - Ik reken hem tot de grootste schilder van alle tijden.

4) veranschlagen, vorsehen - rekenen
Ich habe pro Person zwei Stück Kuchen gerechnet. - Ik heb gerekend op twee stuks per persoon.

5) sehr sparsam sein - rekenen
mit jedem Cent rechnen müssen - ieder dubbeltje moeten omdraaien

6) etw. für möglich oder wahrscheinlich halten - rekenen
Ich rechne mittlerweile mit dem Schlimmsten. - Ik reken inmiddels op het ergste.
Bei ihm muss man immer mit allem rechnen. - Bij hem moet je altijd met alles rekening houden.
uitdrukking auf jemanden / etw. rechnen


II der Rechner

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈrɛçnɐ]
Verbuigingen:  Rechners , Rechner

1) deel van de uitdrukking: rekenwonder
ein guter Rechner sein - een rekenwonder zijn

2) deel van de uitdrukking: computer
Taschenrechner - zakrekenmachine

3) deel van de uitdrukking: computer

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
rechnen (ww.) rekenen (ww.)
das Rechnen cijferen (znw.)
Rechnen rekenen ; tellen
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Rechnen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: addieren
DE: anrechnen
DE: aufrechnen
DE: ausrechnen
DE: beziffern
DE: dividieren
DE: eine Kostenrechnung einreichen
DE: errechnen
DE: hochrechnen
DE: in Rechnung stellen

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: rechnen mit NL: rekening houden met
DE: kaufmännisches Rechnen NL: handelsrekenen