1. MWB
  2. Vertalen
  3. reizend (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • reizend > EN • reizend > ES • reizend > FR
Vertalingen reizend DE>NL

reizend

bijv.naamw.
Uitspraak:  [ˈraiʦənt]

1) freundlich und nett - aardig , bekoorlijk
So ein reizender, hilfsbereiter Junge! - Zo'n aardige, behulpzame jongen!

2) angenehm, jemandem gefallend - bekoorlijk
Ein Strafzettel? Wie reizend! - Een bekeuring? Wat fraai!

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
reizend strelend ; knap ; leuk ; leukjes ; lief ; lieflijk ; mooi ; prettig ; schattig ; sierlijk ; snoeperig ; snoezig ; gracieus ; sympathiek ; uitlokkend ; uitnodigend ; verleidelijk ; verlokkend ; verrukkelijk ; vertederend ; verzoekend ; vleiend ; welgevallig ; beminnelijk ; aanbiddelijk ; aanlokkelijk ; aantrekkelijk ; aanvallig ; aardig ; alleraardigst ; allerliefst ; attractief ; begeerenswaardig ; beheksend ; bekoorlijk ; betoverend ; bevallig ; charmant ; complimenteus ; dottig ; elegant ; enig ; flatterend ; fraai ; goed ogend ; irriterend
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `reizend`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: allerliebst
DE: angenehm
DE: anmutig
DE: anmutsvoll
DE: ansprechend
DE: anziehend
DE: attraktiv
DE: bezaubernd
DE: charmant
DE: edel