Vertalingen Pracht DE>NL
I die Pracht
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [praxt] |
Verbuigingen: | Pracht |
große Schönheit -
pracht Jetzt entfaltet der Winter seine volle Pracht. - Nu is de winter te zien in al zijn pracht. Farbenpracht - kleurenpracht |
eine wahre Pracht sein (=herrlich aussehen) - prachtig uitzien
|
II prächtig
bijv.naamw.
1) deel van de uitdrukking: prachtig ein prächtiger Ballsaal - een prachtige balzaal |
2) sehr gut -
prachtig prächtiges Wetter - prachtig weer Was für ein prächtiger Junge! - Wat een prachtkerel! |
III prächtig
bijwoord
1) deel van de uitdrukking: prachtig eine prächtig geschmückte Kirche - een prachtig versierde kerk |
2) deel van de uitdrukking: geweldig sich prächtig amüsieren - zich geweldig amuseren prächtig gedeihen - goed groeien |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
die Pracht | de plichtpleging (v) ; de weelderigheid (v) ; de weelde ; de stoet (m) ; de staatsie (v) ; de schoonheid (v) ; de rijkheid (v) ; de pronk (m) ; de processie (v) ; de pracht ; de praal ; de ceremonie (v) ; de plechtigheid (v) ; de overvloed (m) ; de omhaal (m) ; de luxe (m) ; de luister (m) ; indrukwekkendheid (znw.) ; de grootsheid (v) ; de grandeur (m) ; de glans (m) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `Pracht`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: AufwandDE: GeprängeDE: GlanzDE: HerrlichkeitDE: LuxusDE: ProzessionDE: PrunkDE: ReichtumDE: SchönheitDE: Stattlichkeit