Vertalingen paaren DE>NL
zich paaren
reflexief werkw.
1) miteinander Sex haben dierkunde -
paren Die Jungen sehen so unterschiedlich aus, weil sich die Katze mit mehreren Katern gepaart hat. - De jonkies zagen er zo verschillend uit omdat de poes met meerdere katers heeft gepaard. |
2) zusammen auftreten, sich verbinden -
verenigen So sieht es aus, wenn sich Kraft und Klugheit paaren. - Zo ziet het eruit als kracht en verstand zich verenigen. Ehrgeiz, gepaart mit Eitelkeit - ambitie verenigt met ijdelheid |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
paaren | kruisen ; paren ; tot een paar bijeenvoegen |
Bron: Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `paaren`

Voorbeeldzinnen laden....
Uitdrukkingen en gezegdes
DE: sich
paaren
NL: paren, samengaan, gepaard gaan