Vertaal
Naar andere talen: • Pflegen > ENPflegen > ESPflegen > FR
Vertalingen Pflegen DE>NL

I pflegen

werkw.
Uitspraak:  [ˈpfleːgən]

1) alles tun, damit es kranken oder hilflosen Menschen / Tieren gut geht - (ver)plegen , verzorgen
die kranken Eltern pflegen - de zieke ouders verzorgen
ein Tier gesund pflegen - een dier goed verzorgen

2) in gutem Zustand halten - onderhouden
Wenn du das Auto gut pflegst, hält es noch ein paar Jahre. - Als je de auto goed onderhoud gaat die nog een paar jaar mee.

3) erhalten, fördern - onderhouden

4) deel van de uitdrukking:
uitdrukking etw. zu tun pflegen


II die Pflege

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈpfleːgə]
Verbuigingen:  Pflege

1) deel van de uitdrukking: verzorging
Fische als Haustiere brauchen relativ wenig Pflege. - Vissen hebben als huisdier relatief weinig verzorging nodig.
Pflegeheim - verzorgingstehuis
Pflegeversicherung - verzekering tegen de kosten van verzorging en verpleging voor thuis of instelling
uitdrukking ein Kind in Pflege nehmen

2) deel van de uitdrukking: verzorging
der Berliner Landesbeauftragte für Naturschutz und Landschaftspflege - de staatsbeambte voor natuurbescherming en landschapsverzorging van Berlijn

3) deel van de uitdrukking: onderhoud
die Pflege freundschaftlicher Beziehungen - het onderhouden van vriendschappen


IIIa der Pfleger

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈpfleːgɐ]
Verbuigingen:  Pflegers , Pfleger

IIIb die Pflegerin

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈpfleːgərɪn]
Verbuigingen:  Pflegerin , Pflegerinnen

deel van de uitdrukking: verzorger , verpleger

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
pflegen (ww.) begaan (ww.) ; behartigen (ww.) ; bekommeren (ww.) ; naar omkijken (ww.) ; per ongeluk doen (ww.) ; plegen (ww.) ; verplegen (ww.) ; verzorgen (ww.) ; zich zorgen maken (ww.) ; zorgen voor (ww.) ; zorgen voor iemand (ww.) ; zorgen voor iets (ww.)
Pflegen indragen ; invoeren ; onderhouden
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Pflegen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: achten auf
DE: betreiben
DE: betreuen
DE: in Ordnung halten
DE: instandhalten
DE: sich kümmern um
DE: sorgen
DE: sorgen für
DE: treiben
DE: ungewollt etwas tun

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: Freundschaft pflegen NL: vriendschap onderhouden
DE: Nachbarschaft pflegen NL: met de buren omgaan
DE: Rat(s) pflegen NL: beraadslagen
DE: Rücksprache pflegen NL: ruggespraak houden
DE: der Ruhe pflegen NL: rust nemen
DE: Umgang pflegen NL: omgang hebben
DE: Unterhandlungen pflegen NL: onderhandelen
DE: hegen und pflegen NL: met liefde en zorg omringen, liefderijk koesteren