Uitspraak: | [ˈnɛːə] |
Verbuigingen: | Nähe |
Gibt es hier in der Nähe einen Supermarkt? - Is er hier in de buurt een supermarkt? Bleib bitte in meiner Nähe. - Blijf alsjeblieft dicht bij mij. Wir haben alles aus nächster Nähe miterlebt. - Wij hebben alles van dichtbij meegemaakt. Die Rente liegt für ihn schon in greifbarer Nähe. - Het pensioen komt voor hem al dichtbij. Aus der Nähe betrachtet ist der Fall ziemlich kompliziert. - Van dichtbij bekeken is het geval behoorlijk gecompliceerd. |
Er erträgt keine Nähe. - Hij vindt close contact niet fijn. |