Puzzelen
Puzzelwoordenboek
Cryptogrammen
Anagrammen
Puzzelhulp
Vertalen
Woorden vertalen
Voorbeeldzinnen
Tekst vertalen
Synoniem
Synoniemen
Antoniemen
Vervoegen
Meer
Dialectenwoordenboek
Rijmwoordenboek
Woordspelletjes
Anagrammen
Encyclo.nl
Woorden.org
MWB
Vertalen
Nähen (DE>NL)
van NL
van EN
van DE
van FR
van ES
naar NL
naar EN
naar DE
naar FR
naar ES
Vertaal
Naar andere talen: •
Nähen > EN
•
Nähen > ES
•
Nähen > FR
Vertalingen Nähen DE>NL
nähen
werkw.
Uitspraak:
[ˈn
ɛ
ː
ə
n]
1)
durch Fadenstiche verbinden, befestigen
-
naaien
eine Hose nähen
-
een broek naaien
Knöpfe ans Kleid nähen
-
knopen aan de jurk naaien
Kannst du nähen?
-
Kun jij naaien?
2)
mit Fäden schließen
medisch
-
hechten
Die Wunde muss genäht werden.
-
De wond moet worden gehecht.
© K Dictionaries Ltd.
Overige bronnen
nähen
(ww.)
naaien
(ww.)
das
nähen
de
hechting
(v)
;
vasthechting
(znw.)
nähen
naaien
;
stikken
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Nähen`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE:
herangehen
DE:
herankommen
DE:
herannahen
DE:
kommen
DE:
näherkommen
DE:
sich annähern
DE:
sich nähern
Ook in de database
nähen einer Wunde
Zojuist vertaald
DE>NL:
Nähen
DE>NL:
edém
DE>NL:
MFUA
DE>NL:
Kynophobie
DE>NL:
Farbartverstärker
DE>NL:
Zugmagnet
DE>NL:
Herrschaft
DE>NL:
herrschaft
DE>NL:
Hors-d'oeuvre-Zange
DE>NL:
Melde- und Bedientableau
DE>NL:
einchecken
DE>NL:
steif werden
DE>NL:
Boden-Luft-Verteidigung
DE>NL:
Thermoisopletheniagramm