Vertalingen normal DE>NL
I normal
bijv.naamw.
1) so wie man es sich vorstellt, es meistens zutrifft -
normaal unter normalen Umständen - onder normale omstandigheden ein ganz normaler Mensch - een heel normaal persoon |
2) geistig, psychisch gesund medisch -
normaal So ein Verhalten ist doch nicht mehr normal! - Zo'n houding is toch niet meer normaal! |
II normalerweise
bijwoord
deel van de uitdrukking: normaal (gesproken) Der Zug müsste normalerweise gleich kommen. - De zou normaal gesproken zo meteen moeten komen. |
III die Normalität
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [nɔrmaliˈtɛːt] |
Verbuigingen: | Normalität , Normalitäten |
deel van de uitdrukking: normaliteit zur Normalität zurückkehren - tot de orde van de dag overgaan |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
normal | geregeld ; op vaste tijden ; regelmatig ; regulier ; normaal ; smetteloos |
Bronnen: interglot; Trueterm; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `normal`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: allgemeinDE: allgemeingültigDE: alltäglichDE: durchgehendDE: gangbarDE: gebräuchlichDE: geläufigDE: gewohntDE: gewöhnlichDE: gültig