Vertalingen nackt DE>NL
I nackt
bijv.naamw.
1) nicht von Kleidung bedeckt -
naakt sich nackt ausziehen - zich uitkleden tot men volledig naakt is mit nacktem Oberkörper arbeiten - met ontbloot bovenlichaam werken jemanden nackt fotografieren - iemand naakt fotograferen |
2) nicht von Blättern, Federn usw. bedeckt wie normal -
naakt auf dem nackten Boden sitzen - op de blote grond zitten |
3) nicht verborgen, deutlich erkennbar -
naakt Die nackte Gier stand in seinen Augen. - De begeerte was duidelijk in zijn ogen te zien. |
4) nur dies und nichts darüber hinaus -
naakt Es geht um die nackte Existenz. - Het gaat om het pure leven. |
II nackt
bijwoord
deel van de uitdrukking: naakt nackt baden - naakt zwemmen Nacktbadestrand - naaktstrand |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
nackt | bloot ; naakt ; onbloot ; ongekleed ; ontbloot ; zonder bekleding ; bar |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `nackt`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: bloßDE: ohne BekleidungDE: pudelnacktDE: splitternacktDE: unbekleidetUitdrukkingen en gezegdes
DE: eine
nackte Wand
NL: een kale muurDE: die
nackte Wahrheit
NL: de naakte waarheidDE: nackte Lügen
NL: louter leugens, niets dan leugensDE: nackte Jungfer
NL: herfsttijloos