Vertalingen Laune DE>NL
die Laune
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈlaunə] |
Verbuigingen: | Laune , Launen |
1) die Stimmung, in der jemand ist -
humeur Er hat heute gute / schlechte Laune. - Hij heeft vandaag goede / slechte zin. jemandem die Laune verderben - iemands humeur bederven |
jemanden bei Laune halten (=alles versuchen, damit jemand gut gelaunt bleibt) - proberen een goed humeur te houden
|
2) stark wechselnde Stimmungen -
stemming Er muss die Launen seiner Frau ertragen. - Hij moet de stemmingen van zijn vrouw verdragen. die Launen des Wetters - de grillen van het weer |
3) spontane Idee, die aufgrund einer Laune entstanden ist -
bevlieging etw. aus einer Laune heraus tun - iets vanuit een bevlieging doen eine seltsame Laune der Natur - een zeldzame gril van de natuur |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
die Laune | capriolen (p) ; het capriool |
der Laune | de bui ; de gemoedsgesteldheid (v) ; de gemoedsstemming (v) ; de gemoedstoestand (m) ; de gril (m) ; het humeur ; de impuls (m) ; de kuur ; de luim ; de nuk ; de opwelling (v) ; de prikkel (m) ; de stemming (v) |
Bronnen: Wikipedia; interglot
Voorbeeldzinnen met `Laune`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: AndrangDE: AnfallDE: AnregungDE: AnreizDE: AnwandlungDE: AufwallungDE: EinfallDE: GemutszustandDE: GemütslageDE: GemütsverfassungUitdrukkingen en gezegdes
DE: guter
Laune sein
NL: goed gehumeurd zijn, goede zin hebben