1. MWB
  2. Vertalen
  3. Landen (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • Landen > EN • Landen > ES • Landen > FR
Vertalingen Landen DE>NL

landen

werkw.
Uitspraak:  [ˈlandən]

1) nach dem Fliegen auf dem Boden ankommen - landen
Das Flugzeug ist vor wenigen Minuten gelandet. - Het vliegtuig is net enkele minuten geleden geland.
Der Vogel landete auf dem Fensterbrett. - De vogel landde op de vensterbank.
uitdrukking bei jemandem nicht landen können

2) nach einer Fahrt durchs Wasser an Land ankommen - landen

3) ein Flugzeug / Schiff usw. auf den Boden / ans Ufer usw. zurückbringen - landen
Der Pilot hat das Flugzeug sicher gelandet. - De piloot heeft het vliegtuig veilig op de grond gezet.

4) (ungeplant) an eine Stelle gelangen - belanden
Er ist mit dem Fahrrad im Straßengraben gelandet. - Hij is met zijn fiets in de greppel beland.
Der Brief ist versehentlich im Papierkorb gelandet. - De brief is per ongeluk in de papierbak beland.

5) Erfolg haben und etw. erreichen - landen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
landen (ww.) aankomen op vliegveld (ww.) ; landen (ww.)
landen aanbelanden ; landen ; landing ; terechtkomen
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Landen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: an Land gehen
DE: anlanden
DE: einfliegen
DE: geraten
DE: heruntergehen
DE: hinkommen
DE: sich ausiedeln
DE: sich niederlassen
DE: sinken
DE: zur Landung ansetzen

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: einen Kinnhaken landen NL: een stoot op de kin toebrengen
DE: einen Sieg landen NL: een overwinning in de wacht slepen