Vertaal
Naar andere talen: • Lauern > ENLauern > ESLauern > FR
Vertalingen Lauern DE>NL

lauern

werkw.
Uitspraak:  [ˈlauɐn]

unbemerkt warten, um jemanden / ein Tier anzugreifen - loeren
Die Katze lauert vor dem Mauseloch. - De kat loert door het muizengat.
Überall lauern Gefahren. - Overal liggen gevaren op de loer.
Er lauert auf eine Gelegenheit, es ihr heimzuzahlen. - Hij wacht op een gelegenheid om het haar betaald te zetten.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
lauern (ww.) gluren (ww.) ; koekeloeren (ww.) ; stiekem kijken (ww.)
das Lauern geloer (znw.) ; de loer (v) ; het loeren
lauern op de loer liggen
Bronnen: interglot; Diving dictionary; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `Lauern`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: belauern
DE: bespitzeln
DE: gucken
DE: heimlich schauen
DE: Luchsen
DE: nachspionieren
DE: spionieren
DE: spähen