1. MWB
  2. Vertalen
  3. Kreischen (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • Kreischen > EN • Kreischen > ES • Kreischen > FR
Vertalingen Kreischen DE>NL

kreischen

werkw.
Uitspraak:  [ˈkraiʃən]

1) laut und schrill schreien - gieren , gillen
Die Mädchen kreischten vor Vergnügen / Entsetzen. - De meisjes gilden van plezier / ontzetting.
„Tor!‟, kreischte sie begeistert. - "Doelpunt!", gilde ze enthousiast.

2) schrille Laute von sich geben - krijsen

3) schrille Geräusche produzieren - knarsen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
kreischen (ww.) huilen (ww.) ; uitschreeuwen (ww.) ; uitroepen (ww.) ; uitkrijsen (ww.) ; uitgillen (ww.) ; uitbrullen (ww.) ; roepen (ww.) ; krijsen (ww.) ; janken (ww.) ; brullen (ww.)
das Kreischenhet geschreeuw ; het gekrijs ; het gegil ; het gegier ; het gebulder ; het gebrul
Kreischen gegil ; gekrijs
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Kreischen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: aufschreien
DE: brüllen
DE: Gekreisch
DE: gellen
DE: Geschrei
DE: grölen
DE: herausschreien
DE: heulen
DE: johlen
DE: knacken