Vertalingen Klopfen DE>NL
klopfen
werkw.
1) mehrmals leicht gegen etw. schlagen, um jemanden auf sich aufmerksam zu machen -
kloppen , slaan an die / der Tür klopfen - aan de / op de deur kloppen Er klopfte mehrmals, aber niemand öffnete. - Hij klopte verschillende keren, maar niemand deed open. |
es klopft (=man hört jemanden klopfen) - er wordt geklopt
|
2) leicht irgendwohin schlagen -
kloppen , slaan jemandem auf die Schulter / den Rücken klopfen - iemand op de schouder / op de rug kloppen Sie klopfte neben sich aufs Bett und sagte: „Setz dich.‟ - Zij klopte op het bed naast haar en zei: "Kom zitten." |
3) heftig schlagen -
kloppen , slaan mit klopfendem Herzen - met kloppend hart |
4) schlagen, um es weich zu machen -
slaan 5) irgendwo hineinschlagen -
timmeren Nägel in ein Brett klopfen - spijkers in een plank timmeren |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
klopfen (ww.) | tikken (ww.) ; popelen (ww.) ; aantikken (ww.) ; aankloppen (ww.) |
das Klopfen | het geklop ; de tik ; de klopping (v) ; het kloppen ; de hartklopping (v) |
klopfen | de letters gelijkkloppen ; tikken ; schudden met schokken ; pingelen ; knal ; kloppen ; in de vorm dresseren ; detonatie |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Klopfen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abklopfenDE: anklopfenDE: auf der Schreibmaschine schreibenDE: aufgehenDE: aufstampfenDE: brennenDE: bumsenDE: HerzklopfenDE: hämmernDE: pochenUitdrukkingen en gezegdes
DE: einem auf die Finger
klopfen
NL: iemand op de vingers tikkenDE: auf den Busch
klopfen
NL: ergens achter zien te komen, polsen