Klauen

Naar andere talen: • Klauen > EN • Klauen > ES • Klauen > FR

Vertalingen Klauen DE>NL

werkw.

Uitspraak:

[ˈkla u ən]

deel van de uitdrukking: stelen

Overige bronnen

klauen (ww.)	verduisteren (ww.) ; pikken (ww.) ; plunderen (ww.) ; roven (ww.) ; snaaien (ww.) ; stelen (ww.) ; toeëigenen (ww.) ; verdonkeremanen (ww.) ; verdonkeren (ww.) ; ontvreemden (ww.) ; vervreemden (ww.) ; wegfutselen (ww.) ; weggraaien (ww.) ; wegkapen (ww.) ; wegnemen (ww.) ; wegpakken (ww.) ; wegpikken (ww.) ; ontnemen (ww.) ; ontfutselen (ww.) ; onteigenen (ww.) ; meepikken (ww.) ; leegstelen (ww.) ; kapen (ww.) ; jatten (ww.) ; inpikken (ww.) ; graantje meepikken (ww.) ; gappen (ww.) ; benemen (ww.) ; afnemen (ww.) ; achteroverdrukken (ww.) ; achterhouden (ww.)
die Klauen	de fikken
Klauen	hoeven

Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.

Voorbeeldzinnen met `Klauen`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

DE: abhandenmachen
DE: abstauben
DE: berauben
DE: bestehlen
DE: enteignen
DE: erbeuten
DE: klemmen
DE: konfiszieren
DE: krallen
DE: mausen

klauen