Vertalingen Knie DE>NL
das Knie
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [kniː] |
Verbuigingen: | Knies , Knie |
1) Gelenk in der Mitte des Beins anatomie -
knie Er fiel vor dem König auf die Knie und bettelte um Gande. - Hij viel voor de koning op de knie en smeekte om genade. |
in die Knie gehen (=die Knie beugen, um kleiner zu sein) - door de knieën gaan
|
jemanden übers Knie legen (=ein Kind verprügeln, indem man es auf das Gesäß schlägt) - over de knie leggen
|
jemanden in die Knie zwingen (=besiegen) - op de knieën dwingen
|
weiche Knie haben (=Angst haben) - knikkende knieën hebben
|
etw. übers Knie brechen (=etw. zu schnell entscheiden oder anfangen) - iets forceren
|
2) rechter Winkel in einem Rohr -
knie © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `Knie`

Voorbeeldzinnen laden....
Uitdrukkingen en gezegdes
DE: etwas übers
Knie brechen
NL: iets te haastig doen