Vertaal
Naar andere talen: • Kleben > ENKleben > ESKleben > FR
Vertalingen Kleben DE>NL

kleben

werkw.
Uitspraak:  [ˈkleːbən]

1) deel van de uitdrukking:
uitdrukking etw. irgendwohin kleben

2) deel van de uitdrukking:
uitdrukking etw. kleben

3) deel van de uitdrukking:
uitdrukking etw. klebt
uitdrukking kleben bleiben

4) deel van de uitdrukking:
uitdrukking an jemandem / etw. kleben

5) deel van de uitdrukking:
uitdrukking jemandem eine kleben

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
kleben (ww.) vastplakken (ww.) ; klitten (ww.) ; iets vastkleven (ww.) ; aanlijmen (ww.) ; aankleven (ww.) ; aaneenplakken (ww.)
das Klebenhet plakken ; het vastlijmen ; het vastkleven ; het lijmen ; het kleven
Kleben het kleven ; trekken ; plakken ; lijmen ; lassen ; kleven ; het lijmen
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Kleben`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: anheften
DE: ankleben
DE: anleimen
DE: festheften
DE: festkleben
DE: festsitzen
DE: haften
DE: halten
DE: heften
DE: leimen