die Kenntnis

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[ˈkɛntnɪs]
Verbuigingen:	Kenntnis , Kenntnisse

1) das, was man über ein Sachgebied gelernt hat - kennis , wetenschap

seine Sprachkenntnisse vertiefen - zijn talenkennis verdiepen sich gründliche Kenntnisse aneignen - zorgvuldig de kennis eigen maken

2) der Zustand, über etw. informiert zu sein - kennis

Ohne genauere Kenntnis der Sachlage kann ich diese Frage nicht beantworten. - Zonder precieze kennis over de situatie kan ik deze vraag niet beantwoorden.

von etw. Kenntnis haben (=etw. wissen) - iets weten

etw. zur Kenntnis nehmen (=von etw. Notiz nehmen) - iets ter kennis aannemen Ich habe Ihren Einwand zur Kenntnis genommen. - Ik heb uw bezwaar ter kennis aangenomen.

jemanden von etw. in Kenntnis setzen (=jemanden über etw. informieren) - iemand ergens van in kennis stellen

© K Dictionaries Ltd.

die Kenntnis	de geleerdheid (v) ; de handigheid (v) ; de kennis (v) ; de kneep ; de kunst (v) ; de toer (m) ; de truc (m) ; het weten
das Kenntnis	wetenschap

Bronnen: interglot; Wikipedia




DE: Bekanntheit
DE: Fachkenntnis
DE: Fachwissen
DE: Fertigkeit
DE: Geschicklichkeit
DE: Gewandtheit
DE: Kniff
DE: Kunst
DE: Sachverstand
DE: Trick

DE: zur Kenntnis bringen NL: mededelen
DE: in Kenntnis setzen NL: in kennis stellen
DE: zur Kenntnis nehmen NL: nota nemen van