Vertalingen Kauf DE>NL
der Kauf
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [kauf] |
Verbuigingen: | Kauf(e)s , Käufe |
1) das Kaufen -
(aan)koop etw. zum Kauf anbieten - iets te koop aanbieden ein Kauf auf Raten - een koop op termijn Hauskauf - aanschaf van een huis |
2) etw., das man mit Geld gekauft hat -
(aan)koop Der neue Wagen war ein guter Kauf. - De nieuwe auto was een goede koop. |
3) deel van de uitdrukking: etw. in Kauf nehmen (müssen) (=sich mit Nachteilen einer sonst guten Sache abfinden (müssen)) - iets op de koop toenemen
Wenn du befördert werden willst, musst du auch ein paar Überstunden in Kauf nehmen. - Als je wilt promoveren dan moet je een paar overuren op de koop toe nemen.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Kauf | de aankoop (m) ; de aanschaf (m) ; de acquisitie (v) ; de afname ; de inkoop (m) ; de koop ; het kopen ; de verkrijging (v) ; de verwerving (v) |
Kauf | aankoop ; boekenaanschaf ; koop ; kopen |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Kauf`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: AbnahmeDE: ankaufDE: AnschaffungDE: BeschaffungDE: BesorgungDE: EinkaufDE: ErwerbDE: ErwerbungDE: GeschäftDE: gewinnbringendes GeschäftUitdrukkingen en gezegdes
DE: etwas in
Kauf nehmen
NL: iets op de koop toe nemenDE: leichten
Kaufes
NL: goedkoop, zonder veel schade