Vertalingen Jucken DE>NL
jucken
werkw.
1) deel van de uitdrukking: etw. juckt (jdn) (=etw. verursacht einen leichten, aber unangenehmen Reiz auf der Haut) - jeuken
Mein Rücken juckt. - Mijn rug jeukt.
|
2) deel van de uitdrukking: etw. juckt jemanden nicht (=etw. ist jemandem egal) - iets interesseert iemand niet
Es juckt mich nicht, dass er mich nicht beachtet. - Het interesseert me niets dat hij mij geen aandacht geeft.
|
3) deel van de uitdrukking: jeuken © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
jucken (ww.) | jeuken (ww.) ; krassen (ww.) ; kriebelen (ww.) ; zich krabben (ww.) |
das Jucken | het gekietel ; het gekriebel ; de jeuk (m) ; jeukerigheid (znw.) ; de kriebel (m) |
Jucken | jeuk ; kietelen ; de kieteling (v) ; het kriewelen ; pruritus |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Diving dictionary
Voorbeeldzinnen met `Jucken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: kitzelnDE: krabbelnDE: kratzenDE: kribbelnDE: sich scheuern