Vertalingen Heimwerker DE>NL
der Heimwerker
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈhaimvɛrkɐ] |
Verbuigingen: | Heimwerkers , Heimwerker |
die Heimwerkerin
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈhaimvɛrkərɪn] |
Verbuigingen: | Heimwerkerin , Heimwerkerinnen |
jd, der sich zu Hause handwerklich betätigt -
thuiswerker Er ist begeisterter Heimwerker. - Hij is een enthousiast thuiswerker. ein Geschäft für Heimwerkerbedarf - een bedrijf voor thuiswerkbenodigdheden. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Heimwerker | de doe-het-zelver |
Heimwerker | thuiswerker |
Bron: Download IATE, European Union, 2017.Voorbeeldzinnen met `Heimwerker`

Voorbeeldzinnen laden....