Vertalingen Graben DE>NL
graben
werkw.
Uitspraak: | [ˈgraːbən] |
Verbuigingen: | gräbt , grub , gegraben |
1) Erde abtragen, sodass eine Vertiefung im Boden entsteht -
(uit)graven Du musst tiefer graben! - Je moet dieper graven! |
nach jemandem / etw. graben (=beim Graben nach jemandem / etw. suchen) - iemand zoeken
nach Gold graben - naar goud zoeken
|
2) deel van de uitdrukking: sich in etw. graben (=in etw. eindringen) - graven
Seine Fingernägel gruben sich in meinen Arm. - Zijn vingernagels groeven zich in mijn arm.
|
sich (jdm) ins Gedächtnis graben (=sich (jdm) gut einprägen) - inprenten
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
graben (ww.) | uitgraven (ww.) ; scheppen (ww.) ; opgraven (ww.) ; opdelven (ww.) ; graven (ww.) ; delven (ww.) |
der Graben | de gracht ; de sloot (v) ; de greppels ; de greppel |
Graben | afsnijdende sloot ; watergang ; sloot van de stortplaatsbodem ; sloot ; slenkdal ; riool ; prijsgap ; greppel ; geul ; afvoerkanaal |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Graben`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: aufgrabenDE: ausgrabenDE: aushebenDE: ausschaufelnDE: freilegenDE: herumstochernDE: scharrenDE: schaufelnDE: wühlen