Vertalingen Gesamtheit DE>NL
die Gesamtheit | de algemeenheid (v) ; alles (znw.) ; de eenheid (v) ; de gangbaarheid (v) ; gebruikelijkheid (znw.) ; geheel (znw.) ; de gezamenlijkheid (v) ; totaal (znw.) ; de totaliteit (v) ; de volkomenheid (v) ; de volledigheid (v) ; voltalligheid (znw.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `Gesamtheit`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: AllgemeinheitDE: AngewohnheitDE: GanzeDE: GanzheitDE: GepflogenheitDE: GewohnheitDE: SitteDE: Totalität