Vertalingen Geiz DE>NL
I der Geiz
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [gaiʦ] |
Verbuigingen: | Geizes |
übertriebene Sparsamkeit -
gierigheid Ihre Sparsamkeit grenzt schon an Geiz. - Haar zuinigheid grenst aan gierigheid. |
II geizig
bijv.naamw.
deel van de uitdrukking: gierig © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Geiz | de gierigheid (v) ; de inhaligheid (v) ; de krenterigheid (v) ; de schraapzucht ; de schraperigheid (v) ; de vrekkigheid (v) ; de zuinigheid (v) |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `Geiz`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: GierDE: HabgierDE: HabgierigkeitDE: KnausereiDE: KnauserigkeitDE: Raffgier