Vertalingen Geisel DE>NL
I die Geisel
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈgaizəl] |
Verbuigingen: | Geisel , Geiseln |
gefangene Person, für deren Freilassung bestimmte Forderungen gestellt werden -
gegijzelde Der Bankräuber hat drei Angestellte als Geiseln genommen. - De bankovervallen heeft drie bedienden gegijzeld. |
IIa der Geiselnehmer
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈgaizəlneːmɐ] |
Verbuigingen: | Geiselnehmers , Geiselnehmer |
IIb die Geiselnehmerin
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈgaizəlneːmərɪn] |
Verbuigingen: | Geiselnehmerin , Geiselnehmerinnen |
deel van de uitdrukking: gijzelnemer Die Geiselnehmer fordern 20 Millionen Euro. - De gezelaars eisen 20 miljoen euro. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
die Geisel | de gegijzelde ; de gesel (m) ; de gijzelaar (m) ; de kidnapper (m) ; de ontvoerder (m) |
Geisel | gegijzelde ; ontvoerde |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Geisel`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: GeiselnehmerDE: Kaper