Vertaal
Naar andere talen: • Fortführen > ENFortführen > ESFortführen > FR
Vertalingen Fortführen DE>NL

fortführen

werkw.
Uitspraak:  [ˈfɔrtfyːrən]

1) mit etw. weitermachen - voortzetten
Die Regierung will das Reformprogramm fortführen. - De regering wil het hervormingsprogramma doorvoeren.

2) jemanden an einen anderen Ort führen - wegbrengen , wegvoeren
Der Verdächtige wurde in Handschellen fortgeführt. - De verdachte werd met handboeien om weggevoerd.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
fortführen (ww.) afvoeren (ww.) ; berispen (ww.) ; beschuldigen (ww.) ; blameren (ww.) ; nadragen (ww.) ; prolongeren (ww.) ; verdergaan (ww.) ; voorhouden (ww.) ; voortgaan (ww.) ; voortzetten (ww.) ; wegdragen (ww.)
das Fortführenhet wegleiden
Bronnen: interglot; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `Fortführen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: abführen
DE: abtransportieren
DE: aufrechterhalten
DE: bleiben
DE: deportieren
DE: fortbringen
DE: fortfahren mit
DE: fortsetzen
DE: wegbringen
DE: wegführen