Vertaal
Naar andere talen: • Ferien > ENFerien > ESFerien > FR
Vertalingen Ferien DE>NL

die Ferien

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈfeːrjən]
Verbuigingen:  Ferien

1) längerer Zeitraum, in dem kein Unterricht stattfindet - vakantie
Ferien haben - vakantie hebben
Sommerferien - zomervakantie
uitdrukking die großen Ferien

2) deel van de uitdrukking: vakantie
in die Ferien fahren - op vakantie gaan

3) längerer Zeitraum, in dem etw. geschlossen bleibt - vakantie

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
die Feriende snipperdag (m) ; de vakantie (v) ; het verlof ; verlofjaar (znw.) ; de verloftijd (m)
Bronnen: interglot; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `Ferien`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Erholung
DE: Erlaubnis
DE: Erlaubnisschein
DE: Parlamentsferien
DE: Schulferien
DE: Studienurlaub
DE: Urlaub
DE: Urlaubszeit
DE: Werksferien