Vertalingen freundlich DE>NL
freundlich
bijv.naamw.
1) nett und hilfsbereit im Umgang mit Menschen -
vriendelijk Die Bedienung war sehr freundlich. - De bediening was heel vriendelijk. |
2) angenehm -
aangenaam 3) mit einer positiven Einstellung zu jemandem / etw. -
vriendelijk Italien ist ein kinderfreundliches Land. - Italië is een kindvriendelijk land. Der neue Direktor ist viel schülerfreundlicher als der alte. - De nieuwe directeur is veel vriendelijker voor de leerlingen dan de vorige. |
4) gut für jemanden / etw. geeignet -
vriendelijk nutzerfreundliche Software - gebruikersvriendelijke software umweltfreundliches Papier - milieuvriendelijk papier |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
freundlich (bnw.) | vriendelijk (bnw.) |
freundlich | lief ; welwillend ; vriendschappelijk ; voorkomend ; tof ; sympathiek ; sereen ; prettig ; plezierig ; onbewogen ; minnelijk ; medewerkend ; leuk ; kameraadschappelijk ; jofel ; hulpvaardig ; hartelijk ; geschikt ; bevallig ; amicaal ; aimabel ; aangenaam ; goedaardig ; fijn ; aardig |
Bronnen: Trueterm; interglot; Wikipedia; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `freundlich`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: allerliebstDE: angenehmDE: attraktivDE: auf korrekte manireDE: aufmerksamDE: behilflichDE: bereitwilligDE: bezauberndDE: charmantDE: dienstbereit