Vertalingen Fax DE>NL
I das Fax
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [faks] |
Verbuigingen: | Fax , Faxe |
1) Gerät, das über die Telefonleitung verschickte Dokumente beim Empfänger ausdruckt -
fax Ich habe dem Verein die Kündigung per Fax geschickt. - Ik heb de opzegging per fax naar de vereniging gestuurd. |
2) Nachricht, die mit Hilfe eine Faxgerätes verschickt wird -
fax Hast du mein Fax bekommen? - Heb je mijn fax ontvangen? |
II faxen
werkw.
deel van de uitdrukking: faxen jemandem ein Dokument faxen - naar iemand een document faxen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
das Fax | de fax (m) |
Fax (Afkorting) | fax-apparaat |
Fax | (tele)fax ; beeldoverdracht door fax ; facsimile ; fax ; faxtoestel |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.Voorbeeldzinnen met `Fax`

Voorbeeldzinnen laden....