Vertaal
Naar andere talen: • erwidern > ENerwidern > ESerwidern > FR
Vertalingen erwidern DE>NL

I erwidern

werkw.
Uitspraak:  [ɛɐˈviːdɐn]

1) auf eine Frage, Äußerung (meist negativ) antworten - (be)antwoorden
„Nein, das ist nicht möglich‟, erwiderte sie. - "Nee dat is niet mogelijk", antwoordde zij.

2) auf jds Verhalten in gleicher Weise reagieren - (be)antwoorden
Sie erwiderte seinen Gruß mit einem Kopfnicken. - Zij beantwoorde zijn groet met een hoofdknik.
einen Besuch erwidern - een bezoek beantwoorden

3) für eine Person die gleichen Gefühle haben, die diese für einen hat - (be)antwoorden
Leider wurde ihre Liebe nicht erwidert. - Helaas werd haar liefde niet beantwoord.


II die Erwiderung

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ɛɐˈviːdəŋ]
Verbuigingen:  Erwiderung , Erwiderungen

1) deel van de uitdrukking: antwoord
eine schriftliche Erwiderung - een schriftelijk antwoord

2) deel van de uitdrukking: antwoord

3) deel van de uitdrukking: antwoord

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
erwidern (ww.) antwoorden (ww.) ; beantwoorden (ww.) ; responderen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `erwidern`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Antwort geben
DE: antworten
DE: beantworten
DE: entgegnen
DE: reagieren
DE: reagieren auf
DE: replizieren