1. MWB
  2. Vertalen
  3. Ekel (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • Ekel > EN • Ekel > ES • Ekel > FR
Vertalingen Ekel DE>NL

I der Ekel

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈeːkəl]
Verbuigingen:  Ekels

starke Abneigung gegen jemanden / etw. - walging , afkeer
Ekel vor jemandem / etw. empfinden - afkeer voor iemand / iets voelen
Der Anblick der Spinne erfüllte ihn mit Ekel. - De aanblik van de spin vulde hem met afschuw.


II das Ekel

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈeːkəl]
Verbuigingen:  Ekels , Ekel

sehr unangenehmer Mensch - etter , mispunt
Du kannst manchmal ein richtiges Ekel sein! - Jij kunt soms een echt mispunt zijn!

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
der Ekel stuk ongeluk (znw.) ; de proleet (m) ; de rakker (m) ; de rotzak (m) ; de schoft (m) ; de schurk (m) ; de smeerlap (m) ; de smiecht (m) ; de snaak (m) ; de stinkerd (m) ; de naarling (m) ; de vlegel (m) ; de walging (v) ; de weerzin (m) ; de zeikerd (m) ; de zemel ; de zeur ; de zeurkous ; de zeurpiet (m) ; het gruwen ; het afgrijzen ; de afkeer (m) ; de deugniet (m) ; de ellendeling (m) ; de engerd (m) ; de fielt (m) ; de geitenbreier (m) ; de griezel (m) ; het griezeltje ; de guit (m) ; de hekel ; de hork (m) ; de kinkel (m) ; de klier ; het kreng ; de lomperd (m) ; het mispunt
Ekel afschuw
Bronnen: interglot; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `Ekel`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Aas
DE: Abneigung
DE: Abscheu
DE: Antipathie
DE: Aversion
DE: Bauer
DE: Dreckskerl
DE: elende Kerl
DE: elender Kerl
DE: Ferkel