Vertaal
Naar andere talen: • einwerfen > ENeinwerfen > ESeinwerfen > FR
Vertalingen einwerfen DE>NL

einwerfen

werkw.
Uitspraak:  ainvɛrfən]

1) in etw. werfen - ingooien , posten
Könntest du diesen Brief für mich einwerfen? - Zou je de brief voor mij kunnen posten?

2) durch Werfen zerstören - ingooien
Die Jungen haben mit dem Ball die Fensterscheibe eingeworfen. - De jongens hebben met de bal de ruit ingegooid.

3) ein Gespräch / jemanden durch eine Bemerkung unterbrechen - terloops opmerken , onderbreken
„Und wer soll das finanzieren?‟, warf er ein. - "En wie moet dat financieren?", onderbrak hij.

4) aus dem Aus wieder ins Spiel werfen sport - ingooien
Sie warf den Ball vom linken Spielfeldrand ein. - Zij wierp de bal van de linkerzijde van het speelveld in.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
einwerfen (ww.) ingooien (ww.) ; op de bus doen (ww.) ; posten (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `einwerfen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: aufgeben
DE: einstecken