Vertalingen einfordern DE>NL
einfordern (ww.) | opvangen (ww.) ; vragen (ww.) ; vorderen (ww.) ; verzoeken (ww.) ; verlangen (ww.) ; vergen (ww.) ; vereisen (ww.) ; rekwireren (ww.) ; opvragen (ww.) ; opvorderen (ww.) ; aanspraak maken op (ww.) ; opeisen (ww.) ; invorderen (ww.) ; inmanen (ww.) ; incasseren (ww.) ; iets verduren (ww.) ; eisen (ww.) ; aanvragen (ww.) ; aanspraak op maken (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `einfordern`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: anfordernDE: anfragenDE: Anspruch machen aufDE: beantragenDE: einkassierenDE: einklagenDE: eintreibenDE: einziehenDE: erfordernDE: erheben