Vertalingen Einfachheit DE>NL
die Einfachheit | makkelijkheid (znw.) ; de zotheid (v) ; de soberheid (v) ; de simpliciteit (v) ; de simpelheid (v) ; de onschuld ; de onnozelheid (v) ; onbedorvenheid (znw.) ; de naïviteit (v) ; de naïveteit (v) ; de kinderlijkheid (v) ; de idioterie (v) ; de gekte (v) ; de gekkigheid (v) ; de gekheid (v) ; eenvoudigheid (znw.) ; de eenvoud (m) ; de dwaasheid (v) ; de argeloosheid (v) |
Einfachheit | aanleg |
Bronnen: interglot; Omegawiki.org
Voorbeeldzinnen met `Einfachheit`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: AlbernheitDE: AnspruchslosigkeitDE: BescheidenheitDE: DummheitDE: EinfaltDE: FlauseDE: GeisteskrankheitDE: GeistesverwirrungDE: GeistlosigkeitDE: Idiotie